Kasteel Gravensteen |
Verticaal Divider
De eerste die vestingwerken in dit gebied bouwde was Arnulf I, graaf van Vlaanderen (918-965). Hier werd een gebouw gebouwd in de vorm van een houten bastion, op natuurlijke wijze beschermd door moerassen en de rivier de Leia. Aan het begin van de 11e eeuw werd het centrale houten gebouw vervangen door een traditioneel stenen gebouw.
|
Voor de bouw werd kalksteen uit Doornik gebruikt. Het kasteel was voor die tijd luxueus ingericht. Het had een grote trap, dakramen, open haarden en latrines, die in die tijd zeldzaam waren. Waarschijnlijk had het ook een toren. Het is niet bekend wie verantwoordelijk was voor deze fase van de bouw. Er wordt aangenomen dat het graaf Boudewijn IV (938-1035) of graaf Boudewijn V (1035-1067) was. De bouw viel samen met de reorganisatie van het graafschap Vlaanderen, waardoor het Gravensteen de zetel werd van een burggraaf.
Honderd jaar later, tijdens het bewind van Theodorik van de Elzas (1128-1168), werd hier een bouwwerk in de vorm van een kegelvormig kasteel gebouwd, d.w.z. een motte- en vestingmuur die erg populair was in de 11e en 12e eeuw. Het werd gekenmerkt door een versterking op een dijk in de vorm van een afgeknotte kegel, omgeven door een gracht, en een gesloten binnenplaats. In 1176 verwoestte een brand zowel het hoofdkasteel als de gebouwen op de binnenplaats.
De geschiedenis van de bouw van Kasteel Gravensteen
De Latijnse inscriptie boven de hoofdingang zegt dat het kasteel in 1180 werd gebouwd door graaf Filips van de Elzas (1168-1191). De bouw van een indrukwekkend stenen kasteel was bedoeld om het gezag van de provincie te herstellen. De heuvel werd verhoogd en verbreed zodat het midden van de constructie op een hoogte van 30 meter kwam.
Het kasteel had twee ondergrondse en twee bovengrondse verdiepingen met plafonds versierd met prachtige tongewelven. Ook de verdedigingspunten van het kasteel en de poort werden versterkt. Op de binnenplaats werd een stenen Sint-Veerlekerk gebouwd, die op 30 juni 1216 werd ingewijd.
Het kasteel had twee ondergrondse en twee bovengrondse verdiepingen met plafonds versierd met prachtige tongewelven. Ook de verdedigingspunten van het kasteel en de poort werden versterkt. Op de binnenplaats werd een stenen Sint-Veerlekerk gebouwd, die op 30 juni 1216 werd ingewijd.
In de 14e eeuw was het Gravensteen de zetel van de Raad van Vlaanderen, het Hooggerechtshof van Vlaanderen, het Feodale Hof van Oudburg en de Bank van Gewestraadsleden. Misdaden van het hoogste kaliber werden hier berecht. Er werden nieuwe gebouwen voor ambtenaren gebouwd en in de kelder waren kerkers voor veroordeelden en martelkamers. In het kasteel werden ook belangrijke recepties en bruiloften gehouden, maar ook prestigieuze bijeenkomsten van de Orde van het Gulden Vlies.
In 1353 werd hier een munt gevestigd. In 1491 verloor Gent echter het voorrecht om munten te slaan vanwege zijn opstandige houding tegenover Maximiliaan Habsburg (1459-1519). Tegenwoordig herinnert alleen de naam Geldmuntstraat ons aan de werking van de munt op deze plek.
In 1353 werd hier een munt gevestigd. In 1491 verloor Gent echter het voorrecht om munten te slaan vanwege zijn opstandige houding tegenover Maximiliaan Habsburg (1459-1519). Tegenwoordig herinnert alleen de naam Geldmuntstraat ons aan de werking van de munt op deze plek.
Reconstructie van het verwoeste kasteel Gravensteen
In de 18e eeuw verloor Gravensteen zijn functie als administratief centrum. Het kasteel werd gekocht door ingenieur Jean Baptiste Brismaille en verbouwde het tot een complete katoenspinnerij. De bestaande gebouwen gebruikte hij voor katoenpakhuizen en kamers voor werknemers. In de tweede helft van de 19e eeuw verhuisde de spinnerij, als gevolg van het verval van het kasteel, naar de buitenwijken van de stad en stond het kasteel op de planning voor sloop. Het was de bedoeling dat het gebied met de grond gelijk zou worden gemaakt en dat hier twee wegen zouden worden aangelegd. Gelukkig werd het project nooit uitgevoerd.
In 1865 begon Gent samen met de Belgische overheid met de wederopbouw van dit prachtige monument. In het jaar 1888 begon de ontmanteling van alle gebouwen die niet uit Doornikse steen waren opgetrokken. Hierbij kwamen de indrukwekkende overblijfselen van een middeleeuws kasteel aan het licht.
Archeoloog Joseph De Waele besloot het Gravensteen uit de tijd van Filips van de Elzas te herbouwen. In 1907 werd het herbouwde kasteel opengesteld voor bezoekers. Tegenwoordig is het één van de grootste trekpleisters van Gent. In het kasteel vind je een wapenmuseum en een justitiemuseum. De collectie van het wapenmuseum is één van de grootste van Vlaanderen. Bezoekers zullen ook een martelkamer zien met zeer geavanceerde apparaten die in de Middeleeuwen werden gebruikt.
Na een bezoek aan het donkere interieur van het kasteel, samen met het museumgedeelte, bereiken we de top van dit prachtige gebouw. Als we langs de muren lopen, zien we de een prachtig panorama van Gent, alleen vergelijkbaar met dat gezien vanaf de klokkentoren. Vanaf hier zie je drie indrukwekkende torens van Gent: de Sint-Bavon Kathedraal, de klokkentoren en de kerk van St. Nicolaas. Bij mooi weer kunnen we kilometers ver genieten van prachtige uitzichten.
Adres:
|
Ticketprijs:
|
Openingstijden:
|
Sint-Veerleplein 11
9000 Gent |
13 euro
|
Maandag tot en met zondag: 10-18
Laatste invoer 60 min. voor het sluiten |